In het boek Ikigai: Het Japanse geheim voor een lang en gelukkig leven beschrijven Héctor García en Francesc Miralles op een laagdrempelige manier hun onderzoek naar blauwe zones. Dit zijn vijf gebieden waar relatief gezien de meeste honderdplussers ter wereld wonen. Hiervoor interviewden ze zo’n honderd bewoners van het eiland Okinawa in Japan. García en Miralles ontdekten dat niet alleen factoren zoals voeding en lichaamsbeweging indicators zijn voor een lang leven, maar ook ikigai. Dit is een Japans woord dat de auteurs grofweg vertalen als het geluk altijd bezig te zijn.
Ikigai in praktijk
Veel Japanners leven volgens het concept ikigai. Met altijd bezig zijn, bedoelen ze niet dat we van de ene naar de andere afspraak moeten rennen zonder rustmomenten te nemen. Integendeel: bezig zijn zit hem juist ook in de rustmomenten. In het boek geeft één van de honderdplussers van het eiland Okinawa antwoord op de vraag wat zijn ikigai is: “Mijn geheim voor een lang leven is dat ik altijd ‘kalm aan’, ‘rustig’ tegen mezelf zeg. Zonder haast leef je veel langer.” Stressen is volgens deze honderdplusser dus niet nodig en zelfs schadelijk.
Wat ikigai wél betekent, is bezig zijn met dingen die ons voldoening geven, zodat we niet moedeloos of lusteloos worden. Daarom kunnen we ikigai ook vertalen als een raison d’être, een reden om op deze wereld te zijn.
Die reden kan per persoon verschillen. Dat blijkt uit de interviews met de honderdplussers. Waar de één kletsen en theedrinken noemt, noemt de ander de zee en weer een ander gaat helemaal op in het telen van groenten. Eén geïnterviewde noemt zelfs honderd worden als één van de belangrijkste drijfveren in het leven. Toch hebben deze uiteenlopende redenen iets gemeen: ze geven een doel aan het leven; ze bieden zingeving.
Productiviteit zonder stress
Hoe doen de Japanse honderdplussers dat dan: altijd bezig zijn en toch uitrusten? Ook daar geeft het boek een antwoord op: “Elke dag heel veel doen. Altijd bezig blijven, maar wel de dingen één voor één doen, zonder jezelf uit te putten.” Het geheim is je aandacht te richten op één taak en je grenzen aan te voelen. Lukt het niet? Dan accepteer je dat ook en richt je je op een andere bezigheid die op dat moment beter voor je is.
Hector García en Francesc Miralles
Nadat de twee auteurs elkaar op een regenachtige avond in Tokio ontmoetten, duurde het nog een jaar voor ze op het idee kwamen om het concept ikigai in een boek te onderzoeken. De Spaanse Héctor García is ingenieur, maar hij ontdekte dat zijn passie voor schrijven en fotografie hem meer trok dan de academische wereld.
Sinds 2004 woont hij in Japan, dus toen hij Francesc Miralles ontmoette, waren hun woonplaatsen zo’n 10.000 kilometer van elkaar verwijderd. Miralles woonde – en woont nog steeds – in Barcelona en verbleef tijdelijk in Tokio. In tegenstelling tot García heeft hij een achtergrond in de literaire wereld. Hij studeerde literatuurwetenschappen en werkte een tijdje bij een uitgeverij. Toen besloot hij zelf te gaan schrijven. Zijn schrijfinteresse gaat voornamelijk uit naar spiritualiteit en dat kwam voor het boek Ikigai goed van pas.
Kenmerken van blauwe zones
Hoewel García en Miralles zich voornamelijk richten op ikigai in Japan, komen ook de andere blauwe zones aan de orde. Naast Okinowa in Japan, hebben Sardinië (Italië), Loma Linda (Californië), Nicoya (Costa Rica) en Ikaria (Griekenland) een opvallend hoog aantal honderdplussers. Onderzoek wijst uit dat er een aantal overeenkomsten zijn in de levensstijl van de bewoners van deze vijf blauwe zones.
Zo blijken de meeste honderdjarigen elke dag rustig te bewegen en zijn de meeste blauwe zones hechte gemeenschappen. Ook eten de bewoners van blauwe zones veel groenten. Deze voorbeelden zijn slechts een kleine greep uit de stapel. In het boek zijn nog talloze fascinerende overeenkomsten tussen bewoners van blauwe zones te vinden. Dus wil je een eeuwling worden? Dan staan in dit boek misschien een aantal tips die je op weg helpen naar de honderd. Of niet. Dat honderd worden een garantie is door het toepassen van deze tips, is tenslotte nogal simpel gedacht.
Levenswijsheden van honderdplussers
Ook als je de ambitie om honderd te worden niet hebt, staan er genoeg levenswijsheden in. Voor mij kwam dit boek precies op het juiste moment. Ik las het eind april, middenin de eerste lockdown. Dat was een behoorlijk stressvolle periode. Ik ging van afspraak naar afspraak, en dat allemaal binnen de vochtige muren van een kamertje van nog geen twaalf vierkante meter. Je kunt je wel voorstellen dat die vochtige muren af en toe op me af kwamen. Als dat te erg werd, nam ik even pauze en las ik op het balkon in de lentezon een stukje uit Ikigai. Vooral het gedeelte waarin honderdplussers vertellen wat hun ikigai is, boeide me. Het boek is namelijk opgedeeld in verschillende onderdelen, waardoor je er makkelijk doorheen kunt bladeren.
Indeling van het boek
Je hoeft de hoofdstukken niet per se in chronologische volgorde te lezen. Eerst behandelen de auteurs De ikigai-filosofie. Ik zou je aanraden dat gedeelte wél eerst te lezen, zodat je een goede basis hebt voor de rest van het boek.
Daarna komen de Sleutels tot anti-aging aan bod. Vervolgens gaat het gedeelte Meesters van het lange leven over de getuigenissen van de langstlevenden uit het Oosten en het Westen. Daarna slaan de auteurs een brug: Van logotherapie naar ikigai. Dit stuk gaat over het vinden van zingeving. Hierop volgen de gedeelten Flow met elke taak (leven met aandacht) en Inspiraties van honderdplussers (wijze spreuken).
In Het ikigai-dieet en Matig intensief bewegen is langer leven, kom je erachter hoe de honderdplussers al hun hele leven gezond blijven. Tenslotte gaat het gedeelte Veerkracht en wabi-sabi over omgaan met problemen en veranderingen zonder stress of spanning. De inhoud van al deze hoofdstukken samen, vormen volgens García en Miralles en een heleboel honderdplussers het geheim tot een lang en gelukkig leven.
Filosofisch en spiritueel, maar niet zweverig
Mijn eindoordeel? Het is een fascinerend, wijs en laagdrempelig werk dat je stimuleert elke dag met aandacht te leven. Als je interesse hebt in filosofie en spiritualiteit, maar niet van zweverigheid houdt, is dit een fijn boek. Het vocabulaire is eenvoudig, de schrijfstijl is nuchter. De auteurs bouwen het boek zorgvuldig op, door eerst het concept ikigai uit te leggen. Daar blijft het ook bij: de vaktermen vliegen je niet om de oren. Dit boek is geschreven voor iedereen. Geen wonder dat het zo lang in de non-fictie top 10 van AKO heeft gestaan.
Vind je ikigai
Tijdens het lezen begon ik me af te vragen wat mij ikigai eigenlijk is. Zwemmen? Hardlopen? Sport is zeker een onderdeel van mijn ikigai, maar het is voor mij niet de definitie van zingeving. Misschien ligt mijn ikigai in talloze kleine dingen: In het maken van een uitgebreide, gezonde maaltijd, maar ook in het toetje met iets teveel suiker erin; In het sporten, maar ook in het rusten daarna; In een dag hard werken, maar ook in een avond zitten niksen in het kaarslicht.
Als je het zo bekijkt, draait mijn ikigai om het begrip balans. De manier waarop ik die balans probeer te houden, is veranderlijk. Dat is waarschijnlijk niet eens zo erg, want er gebeuren voortdurend dingen die een oude balans verstoren. Als je de dingen neemt zoals ze zijn, kun je op talloze manieren je balans weer herstellen. Wat is jouw ikigai?
Heb je er na het lezen van dit boek nog niet genoeg van, of heb je je ikigai nog niet gevonden? Gelukkig schreven de auteurs een vervolg: Vind je Ikigai. Dit boek staat nog niet in mijn boekenkast, maar het staat wel op mijn lijstje voor kerst. Wie weet, verschijnt er dus binnenkort een recensie van het tweede deel.