Bloedsuikerspiegel

Bloedsuikerspiegel

Bloedsuikerspiegel, bloedsuikergehalte, bloedsuikerwaarde, glucosewaarde, bloedglucose: allemaal termen om hetzelfde uit te drukken. Ik zou kunnen variëren met die woorden, maar ik heb bloedsuikerspiegel als favoriet gekozen. Lekker duidelijk. Als je me al een tijdje volgt, heb je het woord vast al eens voorbij zien komen.

Maar wat is de bloedsuikerspiegel precies?

Dat vertel ik je in het onderstaande artikel. De bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid suiker die in je bloed zit in de vorm van glucose. Deze hoeveelheid kan variëren van moment tot moment. Voeding en eetmomenten hebben hier namelijk grote invloed op, maar hierover later meer. Eerst leg ik uit hoe een stijging en daling van de bloedsuikerspiegel werkt.

Suiker in het bloed zorgt voor energie en concentratie. Dat we energie uit glucose verkrijgen, komt door het hormoon insuline. Dat werkt als volgt. Vanuit de darm komt suiker in het bloed terecht. Dan stijgt de bloedsuikerspiegel en krijgt de alvleesklier een seintje. Op zijn beurt geeft de alvleesklier insuline af. De insuline zorgt ervoor dat glucose door je lichaamscellen, bijvoorbeeld je spiercellen, kan worden opgenomen. Dan kan de glucose eindelijk verbrand worden tot energie, bijvoorbeeld in de vorm van spierkracht.

Doordat de insuline aanzet tot opname van glucose in de lichaamscellen, daalt de bloedsuiker weer. Insuline slaat de suiker die niet gebruikt wordt op als glycogeen (de opslagvorm van glucose) of vet. Dankzij de inzet van insuline daalt de bloedsuikerspiegel weer.

Wat zijn normale bloedsuikerwaarden?

De bloedsuikerspiegel wordt uitgedrukt in millimol per liter: mmol/l. De normale bloedsuikerwaarde van iemand die niet nuchter is, bevindt zich tussen de 4,0 en de 7,8 mmol/l. Nuchter moet hij tussen de 4,0 en 6,1 zijn. Als je een hele tijd niet gegeten hebt, is je bloedsuikerspiegel dus minder hoog. Eet je iets? Dan komt er weer suiker in je bloed terecht en wordt hij hoger. Maar hoe hoog de bloedsuikerspiegel wordt en hoe snel die stijgt en daalt, is afhankelijk van wat je eet.

De bloedsuikerspiegel en een suikerdip

Als je bloedsuiker aan de lage kant is, voel je je waarschijnlijk moe en is je concentratie minder. Je krijgt een suikerdip. Plotseling hebben die lettertjes op je beeldscherm geen betekenis meer, ook al heb je ze al drie keer gelezen. Tijd voor een plak cake of een flinke zak M&M’s, denk je dan misschien, want je bloedsuikerspiegel kan wel een stijging gebruiken. Toch is dat waarschijnlijk een minder goed idee. Dit soort snacks zullen je weliswaar een korte energieboost geven, maar daarna zakt je concentratie weer als een plumpudding in elkaar. Hoe je aan die suikerdip komt, heeft alles met je voedingspatroon te maken.

Welke invloed heeft voeding op de bloedsuikerspiegel?

In een plak cake of M&M’s zitten veel geraffineerde suikers. Die komen heel snel in het bloed terecht, waardoor de bloedsuikerspiegel in een rap tempo stijgt. Het gevolg? Er komt ook veel insuline vrij, waardoor glucose heel snel in de lichaamscellen wordt opgenomen. Zo snel als je bloedsuikerspiegel heeft gepiekt, daalt hij ook weer. En als je bloedsuiker zo snel weer laag wordt, krijg je ook snel honger en heb je minder concentratie. Dat is precies die suikerdip waar ik het in het stukje hierboven over had. Dat ziet er ongeveer zo uit bij een maaltijd met veel snel verteerbare koolhydraten:

Een-maand-zonder-suiker

Suikers zorgen voor een snelle verbranding. Vetten daarentegen, worden veel langzamer opgenomen. Als je lang niets gegeten hebt, daalt je bloedsuikerspiegel vanzelfsprekend, maar als je veel vet eet in plaats van suiker, is dit een veel langzamer proces. Daarom krijg je door het eten van vetten minder snel last van pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel. Dan ziet het er ongeveer zo uit:

Vind je dit interessant? Lees dan ook mijn e-book. Dus wil je de daling van je bloedsuikerspiegel stabieler houden en een suikerdip voorkomen? Kom dan maar door met die bak volle yoghurt in plaats van die plak cake!

Welke invloed hebben eetmomenten op de bloedsuikerspiegel?

Van suikers krijg je dus sneller honger dan van vetten. Eet je veel suikers? Dan kan het zijn dat je geneigd bent die honger meteen te stillen, vaak met meer suiker. Dat betekent dat je heel veel eetmomenten hebt, waarmee je je bloedsuikerspiegel een snelle stijging bezorgt. Die daalt ook weer snel, zoals ik heb uitgelegd, en dan kom je weer bij je volgende eetmoment. Als je iedere keer een eetmoment met suikers neemt, stimuleer je dus steeds die snelle verbranding, met een hevig schommelende bloedsuikerspiegel en suikerdips tot gevolg. Dus vraag je je af waarom je anderhalf uur na het eten zo vermoeid bent? Dat zou zomaar aan je voedingspatroon en eetmomenten kunnen liggen.

Naast je bloedsuikerspiegel zijn er nog veel meer factoren van invloed op hoe je je voelt. Check bijvoorbeeld mijn blogs over stress, slaap en rustig ademhalen voor inspiratie. Hopelijk heb je door dit artikel meer inzicht gekregen in de werking van je lichaam en welke invloed dit kan hebben op je brein.

Voor het gedeelte over normale bloedsuikerwaarden is gebruikgemaakt van informatie van de website van het Diabetesfonds.