Maandag 16 maart
Ik zit thuis.
Op zolder achter mijn laptop. Dat is op zich niet zo bijzonder, want ik werk vaak vanuit huis. Toch is het nu wel bijzonder.
Bijzonder gek.
Beneden speelt mijn dochter van vier. Eigenlijk had ze op school moeten zitten. Als ik uit het raam tuur zie ik kinderen buiten spelen. Zorgeloos.
Gelukkig maar, denk ik.
In mijn mailbox stromen berichten binnen
De workshops voor Sportrusten in Amersfoort en Rotterdam kunnen niet doorgaan. De atletiekverenigingen zijn dicht.
Ik heb klanten afgezegd. Ik ben verkouden en ze wensen mij beterschap.
Ook de lokale sportschool stuurt een bericht: ik mag logischerwijs niet meer komen.
Zelf stuur ik een bericht naar onze loopgroep: alles is tot nader order afgelast!
Ik staar naar mijn computer.
Ik weet niet zo goed wat ik op wil schrijven, maar ik voel wel de behoefte om iets op papier te zetten. Waarom? Ik heb geen idee. Normaal schrijf ik een informatieve blog, waarmee ik hoop dat mensen na het lezen iets gaan doen met sport, ademhaling en/ of voeding.
Ik zie ook veel tips voorbijkomen op de sociale media van collega’s voor een gezonder leven. Zeker in deze tijden van corona. Dat snap ik. Ik ben het er mee eens. Maar zo’n blog heb ik vandaag geen zin in. Dat komt volgende week wel weer.
Dit keer heeft het meer met gevoelens te maken.
En dat zijn er veel, maar het is vooral schaamte. Corona-schaamte.
De afgelopen week trok ik mij weinig aan van corona en de paniek daaromheen. Noem mij naïef, maar ik vond het allemaal maar overdreven.
Ik zie corona inmiddels als een zandstorm in de woestijn.
Ik zag hem van mijlenver aankomen, maar dacht dat hij niet zo heftig was. Misschien dacht ik zelfs wel dat hij langs ons heen zou waaien.
Nu is de storm hier. We zien geen hand voor ogen. We zoeken dekking bij ons gezin en we wachten tot de storm voorbij is.
En als de storm voorbij is? Hoe ziet het landschap er dan uit?
Ik heb geen idee. Maar ik hoop dat de wereld een mooiere plek is.
Een ruime week eerder.
We hebben net een heerlijke hardlooptraining afgerond met een groep beginners.
Na de training drinken we een kop koffie bij de La Place. Het is afgeladen vol. Zoals altijd op zondagochtend. Het restaurant zit op de perfecte plek voor loopgroepjes, wandelaars en fietsers.
We geven elkaar high fives, lachen met elkaar en iedereen is weer blij dat de training een succes was. Eigenlijk heeft niemand het nog over corona.
Ja. Mijn vrouw. Die maakt zich zorgen.
Ik wuif het weg en vind alle maatregelen overdreven: “Kom op zeg. Griep krijgen we allemaal een keer. Gewoon je handen wassen en goed na blijven denken”, roep ik elke keer.
We staan aan de vooravond van een pittige week. Ook zonder corona.
Maandag…
…geef ik een lezing bij Run2Day in Hilversum. Als ik mijn spullen aan het klaarzetten ben hoor ik dat Rutte zegt dat we geen handen meer mogen schudden. Ik schiet in de lach. “Haha, gaat de premier nu ook al bepalen of ik mijn vrienden een knuffel mag geven”, zeg ik grappend.
Sommige mensen die binnendruppelen geven geen hand. Die hebben het nieuws gezien. Anderen geven wel een hand. Zij hebben het nieuws niet gezien. Ik schud beleefd een hand terug.
De lezing gaat prima, maar gaandeweg merk ik dat mijn stem minder wordt. Op weg naar huis krijg ik keelpijn.
Dinsdag…
…is mijn zoontje ziek en blijf ik bij hem thuis. Hij heeft buikgriep. Vandaag zou hij zijn tweede wendag bij de peuters doorbrengen op de crèche. Daar gaat een streep doorheen. Dat komt dan volgende week wel.
Woensdag…
…is bij voorbaat al een gekke dag. Mijn oom is de week ervoor overleden aan de gevolgen van kanker. Vandaag nemen we afscheid.
Het is een prachtige dienst. Hij heeft zelf alles geregisseerd en ook zijn eigen afscheidsfilm gemaakt. Daarna spreken zijn kinderen en kleinkinderen. Tussendoor muziek. Het is emotioneel en mooi. Na de dienst drinken we bier en eten we patat, precies zoals hij dat het liefst gezien zou hebben.
Corona is voor mijn gevoel nog steeds ver weg, toch mogen we geen handen meer schudden. En dat is best lastig op een begrafenis met 200 man en veel oude bekenden en familie. Ik zie dat mensen elkaar troosten. Er worden knuffels gegeven en zakdoekjes uitgewisseld om tranen weg te kunnen vegen. Als de mensen naar huis gaan, zijn ze nog steeds vol van emoties.
Het is verdriet door het verlies. Maar ook een vreemd soort geluk dat je alleen voelt bij het afscheid van een dierbare. Het komt door de borrel, het oprakelen van herinneringen en het weerzien met vrienden en familie.
“Leuk om elkaar weer te zien. Liever onder andere omstandigheden.” Die hoor ik veel vandaag.
Als ik wegga, kan ik het ook niet laten en geef ik mijn tante een (verboden) knuffel. “Zo erg is dat toch niet”, denk ik.
Donderdag…
…staat ineens de wereld op zijn kop. Eerst ga ik voorlezen op school bij mijn dochter, zoals ik dat elke week doe. Ik ben wel wat verkouden, maar ik wil de juf en kinderen niet teleurstellen. De maatregel om binnen te blijven met verkoudheid geldt dan alleen nog in Brabant. Dus ik ga.
Dan volgt om 15.00 uur de persconferentie van premier Rutte. Verregaande maatregelen worden ingesteld om verspreiding van het virus te voorkomen. Op dat moment ben ik nog steeds wat laconiek. Die avond mist mijn dochtertje haar eerste optreden op school. Afgelast. Jammer, maar begrijpelijk.
“Maar geen voetbal. Geen sport? Dat is toch buiten en juist nodig”, is mijn eerste reactie.
Vrijdag…
…halen we boodschappen. Zaterdag is Ties, onze zoon, jarig. Het is werkelijk een gekkenhuis.
Geen pasta meer.
Geen brood meer.
En ja hoor, geen toiletpapier.
Het roept zoveel weerstand bij mij op dat ik bijna rechtsomkeert maak, maar mijn vrouw herinnert mij aan de verjaardag.
Voor Ties wurmen we ons door de mensenmassa. Daarna sturen we alle potentiële visite een bericht: ze hoeven zich niet verplicht te voelen om te komen. Zeker niet omdat ik wat verkouden ben. Er druppelen wat afmeldingen binnen.
Toch is zaterdag een leuke dag voor Ties.
Er is taart. Er zijn ballonnen en er zijn cadeautjes. Zijn dag is goed. Naarmate de dag vordert, voel ik mij steeds beroerder. Ik moet steeds vaker hoesten en zelfs niezen (in de binnenkant van mijn elleboog uiteraard). Ik ben kapot en opgelucht als ik ’s avonds op mijn kussen lig. De dag erna is niet veel beter en blijk ik ook lichte koorts te hebben. Langzaam daalt de schaamte in en meld ik mij af voor de verjaardag van mijn nichtje later die dag.
Vanaf nu maar geen contact meer met anderen. Ik denk terug aan alle mensen met wie ik contact heb gehad:
Loopgroep: 25 man
Lezing: 30 man
School: 5 kinderen, juf
Begrafenis: 200 man
Verjaardag: ouders, schoonouders, zus, zwager, vrienden
Had ik iets voorzichtiger moeten zijn?
Inmiddels ziet de wereld er compleet anders uit. En moet je gelukkig wel voorzichtig zijn.
Geen koffie meer bij de La Place. Geen loopgroep. Geen high fives. Geen lezingen. Geen wen-dag bij de crèche voor Ties, geen school voor Bente, geen verjaardagen en feestjes. En waar ik vaak aan denk: geen knuffels op een begrafenis. Dat moet heel raar zijn.
Veel zieken.
Zelfs doden.
En met name de zorg, maar ook het onderwijs krijgt een zware taak de komende tijd.
Aan hen ben ik een excuses verschuldigd.
Sorry.
Sorry dat ik een eigenwijze zak ben.
Sorry dat ik laconiek ben geweest.
Maar vanaf nu zal ik mijn leven beteren. Hopelijk is het niet te laat!
Bij deze wil ik jullie allemaal een knuffel geven. Een knuffel op afstand. Jullie zijn helden!
Het is een mooie tijd voor zelfreflectie
Uit die reflectie schreef ik deze blog. Ik deel mijn schaamte.
Dat lucht op.
Nu ben ik vooral dankbaar.
Dankbaar voor onze medische zorg. En de mensen die daar keihard werken.
Dankbaar voor de mensen om mij heen.
Dankbaar voor het land waarin wij leven.
Dankbaar voor mijn gezondheid.
En ondanks dat we niet mogen knuffelen, geen handen mogen schudden en geen kusjes kunnen geven. Ik doe het toch.
Op afstand.
Wees lief. Let op elkaar. We slaan ons er wel weer doorheen!
Tot na de zandstorm. En als het zand is neergedaald, laten we dan goed voor elkaar en deze fragiele aarde blijven zorgen.