Het is eerste Paasdag. De zon schijnt. 22 graden.
De perfecte dag voor mijn eerste fietstocht van het jaar. Ik ben een ‘mooi-weer-fietser’.
Ik zet mijn fiets tegen de schuur, pomp mijn bandjes op en trek mijn wielrenkleren aan. Twee bidonnetjes met vers koud water gaan in de bidonhouders en mijn benen, armen en gezicht smeer ik in met zonnebrandcrème. Helm op. Kus voor mijn vrouw en kinderen en weg ben ik.
Ik doe twee trappen en er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Een passant kijkt mij argwanend aan. Maar hij is onwetend. Hij is geen fietser. Hij weet niet welk vuur zich in mij ontwaakt.
Het is het gevoel dat je als kind krijgt vlak voordat je een cadeautje uitpakt. De warme wind gaat door mijn haren, de zon streelt mijn armen en de geur van de lente speelt in mijn neus. Oi, dit wordt een mooi cadeau.
Wielrennen geeft echt mega veel energie. Waarom? Ik geef 7 redenen.
1. De sport leent zich uitstekend om het (ook) rustig aan te doen
Wielrennen is bij uitstek een sport om ook rustig te beoefenen.
De fiets draagt je gewicht, anders dan bijvoorbeeld bij het hardlopen. Bij die sport zie je veel lopers worstelen met rustig trainen en de ademhaling. Bij fietsen gaat dat natuurlijker. Je kan even de benen stil houden en de fiets rolt lekker door. En wat te denken van een korte afdaling van een brug of heuvel. Je kan even bijkomen. Dat maakt het makkelijker om op lagere hartslagen te trainen en ook de ademhaling onder controle te houden.
Juist omdat je fiets jouw gewicht draagt heb je bij het fietsen sowieso lagere hartslagen dan bijvoorbeeld bij het lopen. Je omslagpunt (het moment van verzuren in de spieren) is 10 slagen lager bij het fietsen dan bij het lopen. Dat is overigens anders wanneer je gaat klimmen op de fiets, omdat je dan ook de armen meer gaat gebruiken.
2. Wielrennen is een mini-vakantie
Je bent al snel 1,5 – 2 uur buiten, liefst in de zon. Even weg van alle dagelijkse dingen. Als je thuiskomt heb je het gevoel alsof je echt even weg bent geweest. Een soort mini-vakantie. Je kan er weer tegenaan en dat geeft energie. Ik merkte zondag dat ik na het fietsen ineens met plezier een tafeltje voor de kinderen in elkaar aan het zetten was. En ik haat klussen ;-).
Dat je langer buiten bent (ook als de zon niet schijnt) heeft heel veel effect op je energie, omdat inmiddels onderzocht is dat veel buitenlucht leidt tot betere slaap. Ook tank je de nodige vitamine D uit zonlicht. Dat heb je weer hard nodig in je lijf om bijvoorbeeld botontkalking te voorkomen.
Daarnaast is het bij uitstek een sport om de omgeving te verkennen. Waar je met bijvoorbeeld hardlopen alleen je dorp of stad leert kennen, leer je met wielrennen je hele provincie kennen. Of zelfs meerdere provincies. Ook vaste routes kun je makkelijk spannender maken, door eens een andere weg in te gaan.
3. Je kan je ook uitsloven
Je hoeft natuurlijk niet altijd rustig te fietsen.
Het leuke van wielrennen is dat je al snel uitdagingen tegenkomt waarbij je je toch even uit wilt sloven.
Toen ik zondag de Stichtse Brug zag ‘opdoemen’ begon het te kriebelen en moest ik staand op de pedalen omhoog. Even knallen. Bovenop kon ik uitpuffen terwijl de fiets door rolde.
Het kan ook een lang recht stuk zijn met wind tegen.
Een groep wielrenners (of een brommer) die je inhaalt en waar je bij wilt blijven (na corona).
Uitdagingen genoeg en op zo’n moment waan je je even Tom Dumoulin.
4. Je brein komt volledig tot rust
Als ik zondag weg rij merk ik dat er veel gedachten door mijn hoofd spoken. Na een paar kilometer en de Stichtse Brug zijn de gedachten naar de achtergrond verdwenen en ligt mijn focus op mijn lijf. Mijn ademhaling, mijn hartslag, het zweet dat van mijn voorhoofd drupt, een dorstig gevoel in mijn mond, de wind in mijn oren, de prikkelingen in mijn bovenbenen en de geur van het Gooimeer. Heerlijk.
Leuk feitje
Uit onderzoek van de universiteit van Illinois blijkt dat een verbetering van de fietsprestaties van 5% leidt tot een verbetering van 15% in psychische testen. Fietsen helpt namelijk om hersencellen aan te maken in de hippocampus – het deel van je hersenen dat (mede) verantwoordelijk is voor geheugen. Doe er je voordeel mee ;-).
5. De belasting is behapbaar
Wielrennen is een sport waarbij je nauwelijks spierpijn ervaart. Je spieren worden wel moe, maar anders dan bijvoorbeeld bij het hardlopen komt niet je volledige gewicht steeds op een been, een knie en een enkel terecht. Daardoor is de belasting op die spieren, pezen en gewrichten minder groot.
Uit een onderzoek van de Appalachian State University waarin hardlopen en wielrennen vergeleken worden, adviseren de onderzoekers aan hardlopers om wielrennen naast het hardlopen te gaan beoefenen. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat hardlopers tijdens en na hun hun inspanningen veel meer last krijgen van hun spieren. Hardlopers klaagden over vermoeide spieren, irritatie aan de spieren en ontstoken spieren. In veel gevallen werd bij hardlopers schade aan de spieren ontdekt. Bij wielrenners werd bij gelijke inspanningen veel minder schade aan de spieren ontdekt en hadden zijn veel minder pijntjes.
6. Saamhorigheid
Wielrennen is een sociale sport, althans als je solo rijdt of in een tourclub.
Wielrenners die net beginnen zijn misschien verbaasd, maar fietsers groeten elkaar. Een knikje. Een zwaai. Een ‘hallo’ (of ‘ciao’ in Italië). Ook als je met een lekke band langs de weg staat stoppen andere wielrenners om je te helpen.
En als je bij een tourclub rijdt, dan is de verbondenheid nog groter. Je fietst samen. Geeft elkaar seintjes als gevaar dreigt.
Paaltje.
Auto achter.
Tegenligger.
Maar ook als er bij een naambordje gesprint wordt en er op ‘het scherpst van de snede’ gereden is, dan wordt er daarna gelachen. Juist dit sociale contact, de verbondenheid en het lachen is goed voor ons. Het zorgt voor de aanmaak van gelukshormonen, zoals oxytocine en de daling van stresshormoon cortisol.
PS. in een peleton gaat het er niet zo gemoedelijk aan toe ;-)…
7. Je slaapt beter
Door te fietsen slaap je beter. Onderzoekers van de Stanford University School of Medicine deden onderzoek naar fietsen bij mensen die lijden aan slapeloosheid. Deze mensen werd gevraagd om elke dag 20-30 minuten te fietsen. Het resultaat was verbluffend: de tijd die nodig was om in slaap te vallen werd met de helft verminderd, en de slaaptijd steeg met bijna een uur.
Heb je slaapproblemen? Ga dan fietsen. Ook forensen naar je werk is dan al pure winst! Meer tips voor een goede nachtrust? Lees dan deze blog.
Een prachtig cadeau
Als ik op deze zondag terugkom van mijn eerste ritje en ik mijn cadeau heb uitgepakt voel ik mij voldaan.
Ik heb rustig gefietst.
Ik heb hard enkele bruggen opgereden en tegen de wind.
Ik heb de omgeving gezien en genoten van het weer en de buitenlucht.
Mijn brein is tot rust gekomen en mijn geheugen schijnt beter te zijn geworden.
Ik heb mijn spieren geprikkeld, maar niet teveel.
Ik slaap vast lekker vanavond…
Anderen aan het wielrennen krijgen? Laat ze kopwerk lezen!